Het klinkt erg vreemd, ‘bejaarde jonge dochters’ maar ik neem aan dat er oudere alleenstaande vrouwen mee bedoeld worden. Hoedanook is het hier genoemde de omschrijving die de Star eind 1819 een paar keer geeft van de gewenste huisverzorgers. Verder komt alles hier uit de brieven waarmee Johannes vanuit Steenwijk om de paar dagen zijn werkzaamheden bij de stichting van Willemsoord beschrijft, hetzij aan de pc, hetzij aan Ockerse, hetzij aan Faber van Riemsdijk, maar het wordt allemaal geboekt als ingekomen post pc.
De term wijkmeester komt pas vanaf midden 1820 voor in het woordgebruik van de Maatschappij.. Tot die tijd heette het altijd onderofficier of opziener. Het is niet gelukt te achterhalen wanneer het idee om met wijkjes te werken ontwikkeld is. Naar buiten toe wordt het gewoon gebracht als ‘de’ manier van werken, maar in werkelijkheid is het dus pas na twee jaar ingevoerd.
De allereerste keer dat de naam Willemsoord valt is in een p.s.-je van een brief van Johannes dd 11 juni 1820.