Dit waar mijn ongeluk, p 278

Het door prins Frederik ondertekende plan om nieuwe leden te werven is gepubliceerd in de Star van april 1821, de oproep aan de honoraire en korresponderende leden in de Star van mei 1821. Discussies over ‘de dorpen’ en de geringe belangstelling daar voor de Maatschappij zijn er behalve met de gouverneur van Drenthe onder meer met de subcommissie Medemblik, die het boetekleed aantrekt en schrijft dat ze haar kolonisten tot nu toe te veel uit de stad gehaald heeft, brief van Medemblik dd 13 januari 1821, en met Bolsward dat op 14 maart een enorme brief stuurt over onder meer het verband tussen drankzucht en armoede. Fragmenten daaruit staan op de site.

De ‘kollekte met de zak’ opent in de Star van juni 1821 de daarna regelmatige meldingen van succesjes. Het citaat van de vrouw die haar kind niet naar ‘vreederiksoort’ wil, komt uit G.A. Bontekoe, De relaties van de stad Enkhuizen met kolo­niën van de Maat­schappij van Weldadigheid te Frederiksoord en Veenhuizen van 1818 tot 1849, artikel in Nieuwe Drentse Volksalmanak 83, 1965.

Zie voor de bronnen voor de toestanden rond Bosch de in de vorige paragraaf genoemde brieven.
De opmerking van Johannes van den Bosch over ‘het sterven wel in de zin’ hebben staat in een reactie op kolonist Boschs latere brief dd 8 december 1821.