De subcommissie Sneek had De Haan op 20 oktober 1818 voorgedragen, de ontmoeting tussen een dronken De Haan en directeur Visser wordt door Johannes beschreven dd 26 mei 1821 en de verdrinkingsdood van een kolonist stond in een brief van Benjamin van den Bosch dd 6 februari 1821, met de reactie van de pc in haar notulen van 8 februari 1821, waarna de Star van maart het ongeval nog eens beschrijft (maar dan zonder De Haan te noemen).
In diezelfde brief schrijft Johannes over de stakende stemmen in de raad – waarbij hij de drie die naar zijn zin gestemd hebben, Stephanus van Royen, doctor Schuurman en burgemeester Tuttel ‘eijgenlijk de Princen partij’ noemt – en stuurt hij het conceptbesluit. Dat wordt prompt op 29 mei door de pc ongewijzigd aan de raad gezonden..
Die verdronken kolonist uit kolonie nr 2 heet Jacobus de Vroeg, afkomstig uit Heerenveen, geboren 1765, op 13 december 1819 aangekomen in de kolonie. Zijn weduwe blijft er wonen en later zullen twee van zijn zonen ook kolonist worden.