Geen blixem op mij te zeggen, p 317

De zes kolonisten van het eerste uur die naar kolonie 7 gaan zijn Jan Berends uit Assen, Jan Burks uit Goes, Hendrik Gerrits uit Kampen, Walraven van Haften uit Edam, Gerrit Hogenberg uit Weesp en Lucas Lucassen uit Nijmegen. De drie anderen die gaan zijn Jan Vermey, Hendrik Pompe en Cornelis van Os. Hun namen staan in Star 1822, pagina 567/568. De plek waar ze naartoe gaan wordt afwisselend omschreven als Doldersum, Groot Wateren en Boschoord.
Het is onbekend wanneer de negen gezinnen precies naar Wateren/Doldersum/Boschoord toe gaan. Het besluit ertoe, ‘Besluit der Permanente Kommissie, omtrent het verplaatsen der huizen, en emploi der gronden in kolonie no.1, die ontruimd staan te worden, door de plaatsing van eenige kolonisten, als huurders, op kleine hoeven der Maat­schappij, buiten dezelve gelegen; genomen 8 november 1821′, staat in de Star 1821 pagina 892 en spreekt van verplaatsing ‘volgend voorjaar’. Eind mei 1822 zijn ze er in ieder geval want Jan Berends krijgt een dochter en in de geboorteakte (gemeente Vledder, akte 26 van 1822, aktedatum 3 juni 1822, geboortedatum 30 mei 1822) staat als geboorteplaats Doldersum. De citaten over ‘ter voorkoming dat aan de kolonisten geen sterke drank verkocht worden’ e.d. komen ook uit het hiervoor genoemde besluit.

Het verhaal over Gradus of Gerardus Lucassen staat in het schoolrapport van 5 april.

De klachten over Schnatz worden verwoord in het schoolrapport van 6 maart en een brief van Visser van 17 april. De eerste boekhouder van kolonie 7 is Frederik Donker, die echter in juni 1822 al overlijdt. De eerste onderdirecteur is ene Jalvinck, maar die wordt al snel ontslagen en opgevolgd door Lambert Nijenbansing, aanbevolen door Stephanus van Roijen.