Het zuur verdiende geld in snuisterijen verteren, p 202

Benjamin evalueert de kleding op 18 oktober 1819 en komt daarbij tot de genoemde kritische opmerkingen over de kolonisten en over de oorzaken van hun armoede. De Star pagina 811 meldt: ‘De Kommis­sie heeft echter met leedwezen ondervonden, dat in vele huisgezinnen niet die geest van spaarzaamheid bestaat, welke zij van huisgezinnen had mogen verwachten, bij welke, als bekend met al het kwellende der behoefte, de neiging mogt worden ondersteld, om, in dit gunstig saizoen, een gedeelte hunner inkomsten voor kleeding te besteden, en iets voor den naderenden winter, als wanneer de verdiensten van den veldarbeid natuurlijk zoo groot niet kunnen zijn, tot een spaarpenning op te leggen.’