Benjamin meldt zijn ontslag in een brief dd 19 april 1821 aan de permanente commissie, hij licht het een week later nog eens toe vanuit Zwolle in een brief dd 26 april. Dan weet hij al dat hij een ongewenste volgende klus krijgt en komt hij met de mooie zinssnede over de koning: ‘eene zijde, die niet gewoon is vele tegenwerkingen te ontmoeten’.
De pc bespreekt een en ander op 27 april en stuurt de volgende dag de gevoelvolle dankbrief.
Johannes van den Bosch schrijft er slechts summier over aan Faber van Riemsdijk. De citaten hier van Johannes komen allemaal uit het jaarverslag later in het jaar, gepubliceerd in de Star van september 1821, over Benjamin met name pagina 673.
Op 10 mei informeert de permanente commissie de koning dat Benjamin van den Bosch terug is naar zijn bataljon. Vanaf 27 augustus schrijft Benjamin af en toe aan de pc over de oprichting van de kolonie in Wortel in België.