Tegenstrevers, p 181

In de eerste nummers van De Star wordt slechts gesproken over ‘vooroordelen’ zonder die nader te benoemen. In juni, pagina 547, begint Ockerse zich te verdedigen tegen het verwijt dat de Maatschappij de prijzen voor mest opdrijft en bij de jaarverslagen in augustus trekt Johannes echt ten strijde. Blijkbaar is dat nodig. De meeste citaten in dit stukje komen daarvandaan, archief 989. De nadere bestudering van Ockerse van de tegenstanders, met daarin ‘Men kan de wederstrevers der Maatschappij gevoeglijk onderscheiden in vier soorten: in volstrekt-onkundigen, – overschilligen, – bevooroordeelden, – en partijzuchtigen’, is een twee-delig artikel in de Stars van april en mei 1820 onder de titel ‘Iets over de verschillende denkwijze van het Nederlandsch publiek, omtrent de inrigtingen en het lot der Maatschappij van Weldadigheid’.