Teneinde hen in goede omstandigheden te plaatsen, p 53

Vader Tersmetten is Johannes, moeder is Antje, beiden oorspronkelijk afkomstig uit het Westland, respectievelijk Honselerdijk en Monster, maar al sedert tien jaar wonend in Den Haag. Zie verder het persoonsfile Tersmetten. Spellingvariaties komen bij alle kolonisten voor, maar in de stukken komt Tersmetten maar net een beetje vaker voor dan Ter Smetten, het kan heel goed zijn dat die hij in zijn latere leven als Johannes ter Smetten onder de letter ‘s’ te vinden is..
Een bewijsje van goed gedrag dat de wijkmeester van wijk B aan de Tersmettens meegeeft, staat afgedrukt in Kloosterhuis pagina 149.

(bladzij 55) Dat Armenopvoedingsinstituut is een van de Europese initiatieven waarmee de maatschappij geestverwantschap voelt. Net als de armenkolonie van Lawaetz in de buurt van Hamburg en het arbeiderszelfbestuur van Robert Owen in New Lanark in Engeland. Vier experimenten die met elkaar corresponderen en in hun respectieve publicaties lovende stukken over elkaar schrijven. Het instituut in Hofwijl staat onder leiding van Emanuel von Fellenberg, in de Star omschreven als ‘deze warme menschenvriend, die den rijkdom van natuurlijke en verkregenen kennis met het hart van eenen warmen menschenvriend, met de edelste beginselen van verlichte godsdienstig­heid en met een karakter verenigt van dien moed en die volharding, zonder welke niets goeds en groots kan worden tot stand gebragt.’
Een uitgebreide beschrijving van het instituut staat.in de Star 1819, vanaf pagina 322.

Die in Zwitserland op te leiden jongeling heet Kornelis Mulder. Hij krijgt tweehonderd gulden mee om een beetje comfortabel te reizen. Als Fellenberg schriftelijk verslag doet van zijn opleiding, betwijfelt hij of de jongen echt van het platteland komt. Volgens hem is het een stedeling. Verder is hij wel tevreden over hem.

Dat Van Ewijk de opleiding van Mulder bekostigt blijkt uit Kloosterhuis pagina 145, waar geciteerd wordt uit een brief van Van Ewijk dd 16 oktober 1818: ‘Ik verzoeke U Ed. Mij de kosten in rekening te brengen welke het verblijf van den kweekeling Mulder bij den heer von Fellenberg in Zwitserland mogt komen te veroorzaken, daaronder begrepen de kosten gindsch en herwaarts, verbindende ik mij bij deeze, of mijne regtverkrijgenden, om voor de voldoening deezer onkosten te zorgen.’ Een beschrijving in de Star van het instituut van Fellenberg staat op deze site.

De stukken over de opleiding van Mulder bevinden zich in archief 1609. Daar is ook de brief van Van Ewijk over de zijns inziens militaire organisatie op de kolonie. De rapportages van Johanes van den Bosch aan prins Frederik zijn in archief 1179.