Begrip voor een keer een borreltje te veel staat bijvoorbeeld in een brief van Johannes van 3 december dit jaar. Vooral de Star van juli 1821 gaat met termen als ‘verkleefd aan den drank’ erg tekeer en de proclamatie tegen misbruik van sterke drank staat op pagina 628 van het blad. Dat het gebruik begint te verminderen schrijft Johannes op woensdag 30 mei zodat hij blijkbaar zondagavond 27 mei kolonisten uit de kroeg heeft geplukt.
De eerste vrije kolonist die wegens dronkenschap voor de raad moet komen is Johannes Kniessenberg, volgens de Star van augustuis 1821. Dat loopt af met drie dagen arrest, maar als hij in maart 1822 opnieuw moet verschijnen, verdwijnt hij voor een half jaar naar de Ommerschans.
De commissie van toevoorzicht besluit volgens de verslagen in de Star elk jaar – in ieder geval 1821, 1822, 1823 – met een bijeenkomst die de verdenking van een onvervalste slemppartij wekt, zonder dat er harde bewijzen voor zijn. Maar ook als men slechts met mate geniet, is het niet eerlijk tegenover de kolonisten die élke vorm van drank wordt ontzegd.
Eind van het jaar loopt het nog een keer mis met een kolonist en drankgebruik. Zie het artikel Meestersmid en geweze kolonist op deze site.