Verlangende uit het niet tot iet te geraken, p 17

Informatie over de familie Van der Heijde komt vooral uit de brief waarin de subcommissie Leiden het gezin voordraagt voor de kolonie dd 24 september 1818, en een gedeelte van de brief wordt opgenomen in het persoonsfile Van der Heijde. De in dit stukje een paar keer genoemde secretaris van de subcommissie Leiden ondertekent wat onduidelijk, maar heet Bosse of Blussé en is rector van het Leids gymnasium. Hij schrijft dit jaar enkele zeer enthousiaste brieven aan de permanente commissie. Gegevens over Leiden en Leidse armoede zijn te vinden bij G.P.M. Pot, Arm Leiden. Levensstandaard, bedeling en bedeelden 1750-1854, Hilversum 1994.

De brief waarin er nog eens op aangedrongen wordt het gezin Van der Heijde naar de kolonie te zenden is geschreven door H.W.Tydeman dd 28 september 1818. Tydeman is de drijvende kracht achter het tijdschrift Magazijn voor het Armenwezen en heeft veel gepubliceerd over armenzorg. Hij verontschuldigt zich er in dit briefje voor dat zijn verslag over zijn reis naar Ommen nog op zich laat wachten. Als hij twee dagen later dat genoemde verslag wel stuurt, wijst hij op het bestaan van de verlaten vesting de Ommerschans, waar de Maatschappij later de straf- en bedelaarskolonie zal vestigen.