Die ‘onderdirecteur van policie’, die ook – boek bladzijde 183-184 – belast is met de inning van vrijmetselaren die contribuant van de Maatschappij zijn, heet W. Holtrop. Hij stuurt een rekening voor de opvang met een overzichtje van gezinnen waar hij kosten aan gehad heeft dat in het boek is afgedrukt. De kolonisten hebben een reisbrief waarop naar hem verwezen wordt. Bijvoorbeeld Dordrecht meldt dat hun gezin ‘vrijdag te Amsterdam zal kunnen arriveeren, waar wij hetzelve ter verdere verzending aan den Heer Holtrop zullen addresseeren’. Holtrop krijgt in augustus 1819 het honorair lidmaatschap aangeboden.
De proviand voor onderweg wordt beschreven in een brief van Petrus Ameshoff van 1 maart 1820. Het verslag van de opvang in Steenwijk zit als concept bij de notulen van de subcommissie Steenwijk, archief 2340, en verschijnt op 7 december in de Staatscourant als een artikel van de subcommissie.