Die ontvreemding van garen zou volgens de spinbaas, Brouwer dus, trouwens gepleegd zijn door Johannes van der Heijde uit Leiden, maar die ontkent dat. Meer informatie dan in brievenboek en notulen van 4 november 1820 is er niet
De ‘desertie van drie der onlangs van Delft aangekomene jongens’ wordt genoteerd in brievenboek pc dd 10 oktober 1820. Verder over hen en het Delfts weeshuis in notulen pc dd 16 oktober 1820 en in brievenboek pc dd 18 oktober 1820 waarin melding gemaakt wordt van een brief van de president regent van het gereformeerd weeshuis Delft.
Johannes zijn concept-voorstel wordt genoemd in de pc-notulen van 7 oktober 1820. Het duurt hem weer te lang. En op 10 december schrijft hij aan Van Assen, de secretaris van prins Frederik – die aan die positie waarschijnlijk ook te danken heeft dat hem het honorair lidmaatschap is toegekend – hoe imponerend zo’n orgaan zou zijn, ongetwijfeld in de hoop dat ook vanuit die hoek de koning tot enige haast aangespoord zou worden. En blijkbaar helpt dat, want het brievenboek van 28 december kan melding maken van het koninklijk besluit.