Reinheid en betamelijkheid, p 293

De contrôle op de huishoudingen wordt beschreven in de Star 1821 vanaf pagina 899 onder de kop ‘Bepalingen wegens de zedelijke en godsdienstige opleiding, en het school-onderwijs der kolonisten, in de koloniën der Maatschappij van Welda­digheid’, een vervolg op een artikel dat op pagina 584 begint..Zoals uit die kop blijkt, wordt daarin ook het schoolbezoek geregeld.
De lof voor Meeder staat onder meer in het schoolverslag van 6 maart 1822 en met name het gedeelte van de ondermeesters in kolonie 1, Middelboer en Jan Gerards, wat ook leidt tot lof in de Star van die maand.
De verplichting om gemeenschappelijk het land rond de hoeves te bebouwen wordt beschreven in de Stars van juli en augustus, met plattegrondjes van de bebouwingswijze rondom de hoeves op pagina 495 – hoe de kolonist het bij aankomst aantreft – en op pagina 580 – latere bebouwing. Het is zeer de vraag of dat allemaal ook zo gebeurt. Bijvoorbeeld op de proefkolonie hebben de kolonisten vooralsnog maar 700 roeden rond hun huis terwijl de tekeningen uitgaan van 2000 à 2200 roeden. Het maakt ook verder een heel theoretische indruk.

De omvang van de veestapel in de kolonie wordt regelmatig beschreven, onder meer in de Star 1821 pagina 721, de beschrijving van wat sterk lijkt op de gekke koeien-ziekte staat in een brief van directeur Visser van 25 juni 1821, waar Ockerse stukjes voor de Star van juli en augustus 1821 van maakt.