Het vrijmetselaarslidmaatschap van Van Hemert, Kinker en Kemper wordt genoemd in J. Stouten, Willem Anthonie Ockerse (1760-1826), leven en werk, Amsterdam 1982, pagina 194-195 plus bijbehorende noot.
Kinkers Gezangboek voor Vrijmetselaren (1806) komt ter sprake in A.J. Hanou en G.J. Vis, Johannes Kinker (1764 – 1845), briefwisseling deel 1 (1792-1822), Amsterdam 1992, blz 29-31
De brief van Kinker met het ongemeende ‘hoe zeer ik er mij van wenschte te verschonen’ staat in A.J. Hanou, Sluiers van Isis. Johannes Kinker als voorvechter van Verlichting, in de vrijmetselarij en ander Nederlandse genootschappen 1790 – 1845, Deventer 1988. In hetzelfde gedeelte, pagina’s 468-472, van dat boek worden Kinkers activiteiten voor de Maatschappij in La Charité, in de gezamenlijke Amsterdamse loges en bij geestverwanten elders beschreven.
In het brievenboek staat op 27 juli 1818:’Volgens besluit van de PC: abusievelijk verzonden Logelijsten terug te vragen aan de Subkommissies van Berg op Zoom, Groningen, Gorinchem en Alkmaar, ten einde die met de …. (opengelaten) van de Heer W. Holtrop ter inkassering te verzenden.’ Dit besluit is in de notulen van die dag niet opgenomen. Even later stuurt Alkmaar volgens een begeleidend briefje ‘de lijst van intekenaren van De Loge in deze stad’ terug. Kort daarop gevolgd door Groningen, wat ook ‘de Loge lijsten’ retourneert.
Die onderdirecteur van policie te Amsterdam annex vrijmetselaarpenningmeester is W. Holtrop. Hij begint voortvarend, maar al op 31 maart 1819 staat in het brievenboek een besluit bij W. Holtrop te gaan klagen over de slechte staat van betalingen van de loges. In de Star 1819, pagina 678, wordt hij ook door Faber van Riemsdijk genoemd als degeen ‘die de invordering der kontributiën en giften van verschillende Loges in het noorderdeel des Rijks op zich heeft genomen’.
De term ‘eene algemene maçonique kommissie voor al den noordelijke loges’ komt uit de brief van Johanes aan Robert Owen van 16 juli 1819. De discussie tussen Sijpkens en prins Frederik staat in de notulen van de commissie van weldadigheid dd 5 augustus 1819, archief 16, de voetnoot in de Star 1819, pagina 671.
De anecdote over het bezoek van Johannes van den Bosch aan J.M.Kemper wordt door de Bosch Kemper verteld in Jhr. mr. J. de Bosch Kemper, Geschiedenis van Nederland na 1830, Amsterdam 1873, bladzijden 236-240. Ook verhaald door J. J. Westendorp Boerma in Johannes van den Bosch in Drenthe, artikel in Drentse Volksalmanak 1950, pagina 57-81.